Lunchafspraak

SandwichVoor me ligt een broodje met ham, kaas en een ei op een vierkant bord. Naast me zit mijn vrijgezelle vriendin M. die een broodje eet met ingrediënten erop die er bij mij niet gemakkelijk in gaan. Kaas die zo erg stinkt, wil ik niet eten.

We zitten aan een hoge tafel, op barkrukken. Links van ons is de ingang van de broodjeszaak waar we onze lunch nuttigen. Daar verschijnt een slanke man met lang, krullend haar.

‘Zo,’ hoor ik rechts van mij. ‘Dat is een leukerd.’

Afgeleid
Ik schat de man dertig of iets jonger. Zeker geen student, maar hij heeft wel die uitstraling vast weten te houden. Hij heeft een tas over zijn schouder heen geslagen. Hij sluit aan in de rij die hem bij de counter zal brengen.

Vriendin M. glundert, maar beleefd als ze is, doet ze een poging om het gesprek met mij gaande te houden. ‘Waar hadden we het ook alweer over.’
‘Volgens mij over de man die net binnen kwam lopen.’
‘Nee joh! Maar nu je het er toch over hebt.’
‘Ik was er eigenlijk alweer klaar mee.’

Jurkjesmeisje
Met haar schouder deelt ze een plaagstootje uit.
Vriendin M. is een jurkjesmeisje met laarzen, net veertig, altijd blij, samenwonend met kat. Er is ruimte in haar leven voor een man. Maar die man moet wel zo ideaal mogelijk in die ruimte passen.

‘Zo’n jongen, dat moet je toch niet willen,’ zegt ze. ‘Dat is een wandelend blok vrijheid. Al was een vrouw een anker, zo één houd je niet in je haven.’

Voordat ik kan zeggen wat ik ervan vind, heeft ze haar hoofd alweer van me afgewend. Ze kijkt even naar de man, die we nu op zijn rug kijken en wendt zich dan weer tot mij. ‘Hij draagt een tas van de speelgoedwinkel. Lief!’ kirt ze.

Ideale man
‘Lief? Omdat hij kinderen heeft?’
‘Zo’n knul heeft geen kindjes, joh. Wel neefjes en nichtjes. Dat hij daaraan denkt, om een cadeautje voor ze te kopen, leuk toch?’

De krullenkop krijgt het stempel ideale man van M.. Helaas loopt deze ideale man aan haar neus voorbij.

‘Hij keek in het voorbijgaan nog vluchtig naar mij,’ zegt ze als hij de broodjeszaak heeft verlaten.
‘Ja,’ zeg ik. ‘En wat zag hij? Hij weet niet dat wij alleen vrienden zijn. Wat een eigenaardig koppel, dat zal hij gedacht hebben. Dat zij het bij hem uithoudt.’

Lijntjes
Ze lacht en beukt weer met haar schouder tegen me aan. Lijfelijk type. Dat vind ik niet erg. Ik kan het hebben: sterke botten.

‘Wat je zegt. Er staat natuurlijk niet met grote letters beschikbaar op mijn voorhoofd,’ zegt ze.
‘Nee,’ zeg ik. ‘Maar de lijntjes waarop het geschreven kan worden staan er al wel.’

Gelukkig kan ze zelf ook wel een plaagstootje hebben.
CC foto: bingbing

8 comments

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.