Onderbroekenmodel
Het is vier jaar geleden en in ‘t Vermaeck hebben de Bounties op carnavalszondag net hun laatste set gespeeld. “Gebakken eieren bij mij thuis!” roept de broer van Jolanda, die op haar beurt mij en Marc uitnodigt om mee te gaan. “Da’s kei gezellig,” zegt ze. We halen onze jassen, zoeken onze fietsen en begeven ons naar de andere kant van Rijen. Als wij daar zijn is de broer van Jolanda nergens te bekennen. We wachten en staan op het punt toch maar naar bed te gaan, als een mevrouw aan komt rijden op haar fiets. Ze begint te babbelen en blijkt de overbuurvrouw te zijn.
Munne mees
“Jullie hoeven toch niet buiten te wachten,” zegt ze plots. Ik schat dat de dame zo’n zestig jaar oud moet zijn. Ze is zo zat en gelukkig als een tor die in een pot honing dobbert. We lopen achter haar aan naar een kast van een huis met een hoop groen in de voortuin en houten luikjes langs de ramen. Binnen fluistert ze heel hard dat we wel stil moeten zijn. Ze wijst naar boven. “Munne mees ligt al op bed.” Haar gezicht schiet in de rimpels terwijl ze schor giechelt. “Maar ikke nog lang niet.”
Cola
We gaan aan een lange houten tafel zitten en onze gastvrouw vraagt wat we willen drinken. “Een borrel,” zegt Jolanda, alsof ze bij haar moeder aan tafel zit. “Lekker,” zegt Marc, blij dat Jolanda het durft te vragen. “Heb je cola light,” vraag ik. Ze kijkt me een moment bewegingsloos aan. “Ben je ziek?” Mijn vrienden schieten allebei in de lach en de overbuurvrouw ook. Ze schuifelt weg, keert terug met schrobbelèr en cola en gaat zitten. “Zo, vertel me maar eens wie jullie zijn.”
Floep!
Zo nuchter als een pastoor voor de zondagse eucharistie geniet ik stilletjes van het zatte gebabbel. Maar dan richt de overbuurvrouw zich tot mij: “Ik vind het toch zo leuk dat ik jou leer kennen, want ik zoek iemand en ik denk dat ik ‘m nu heb gevonden. Jij wordt mijn onderbroekenmodel.” Aan de andere kant van de tafel schiet Jolanda in een lachstuip. Onze gastvrouw praat verder alsof ze mij een groot geheim vertelt: “Ik ga iets introduceren dat ze in Amerika in bijna elke winkel verkopen: de magic undie. Die trek je aan en dan floep! Heel de boel strak in model en het zit heerlijk, want dat doet het stofje hè. Die stof maakt de onderbroek bijzonder. Je draagt ‘m zeven of acht keer en als de rek er dan uit is, geef je ‘m aan je vrouw. Heb je een vrouw? Dan kan jouw vrouw die onderbroek dragen als topje!”
Waarheid?
Marc en Jolanda bescheuren het, maar het verhaal blijft mij daarna nog dagen bezighouden. Zulke nonsens verzin je niet; daar moet iets van waarheid in zitten. Die vrouw woont niet voor niks in een kast van een huis. Zoiets kun je niet betalen van onzin. De dagen na carnaval zoek ik met Google naar die magische onderbroek, maar ik vind niks. Misschien had ik de naam niet goed onthouden en was het underpower of iets dergelijks. Ik heb het Marc en Jolanda gevraagd, maar die schieten telkens in de lach. Vier jaar lang heb ik getraind om goed voor de dag te komen als onderbroekenmodel en met mijn zesenveertig ben ik fitter en strakker dan ik ooit ben geweest. Toch durf ik niet aan te bellen bij de mevrouw, te bang om haar schorre giechel te horen, voordat ze me een compleet nieuw onzinverhaal verkoopt.
Fotocredits: Karolina Grabowska (via Pexels)