Er werd die dag tweemaal aangebeld. De eerste keer scheen er fel licht door het raam van de voordeur. We werden totaal overrompeld door de cameraman en de uitbundige presentator die ons kwam vertellen dat we een geldbedrag hadden gewonnen. Twintig miljoen. Het voelde alsof ik meespeelde in een soap, een absurde sketch. De televisiewereld was niet meer waar hij hoorde: in dat oude kastje in de hoek van de kamer. De wereld van glitter & glamour was ineens in onze huiskamer.
De tweede keer dat de voordeurbel ging waren we net bekomen van het nieuws. Ik was op weg blij te zijn met de nieuwe werkelijkheid waarin we leefden. We waren rijke mensen! Ineens was alles mogelijk. Toen stond Hans aan de deur en hij zei: ‘Lieve Nancy. Ik wil verder met jou. Dit is onze kans. Nu jij die prijs hebt kunnen we samen opnieuw beginnen.’ Ik keek opzij, naar mijn vrouw die geschrokken naar mij keek. ‘Edwin,’ zei ze vol berouw, met angst in haar ogen.
Op de dag dat ik twintig miljoen won, zette ik meteen tien miljoen buiten de deur.
Op je vierenvijftigste compleet opnieuw moeten beginnen. Ik gun het niemand. Met het vertrek van Nancy verloor ik een maatje met wie ik dertig jaar herinneringen deelde. Lange tijd terug was ze verliefd geworden op de knappe twintiger die ik ooit was en ik geloofde lange tijd dat zij me nog altijd zag zoals ik mezelf in mijn mentale spiegel zie: twintig kilo lichter, met een volle dos donkerbruine krullen. Ik weet dondersgoed dat ik het niet van mijn verschijning moet hebben.
Uiteindelijk ben ik er maar op uit getrokken. Ik ben niet graag alleen. Niet overal waar ik binnenstap voel ik me thuis. Je ziet weinig mensen van mijn leeftijd in uitgaansgelegenheden. Maar ik zoek iemand die er graag op uit trekt; iemand die wil leven, een vrouw met wie ik nieuwe herinneringen kan maken die heftiger, mooier, intenser zijn en passen bij mijn nieuwe leven als miljonair. Heb ik niet mijn uiterlijk mee, dan toch wel mijn bankrekening.
In deze club waar een enorme diversiteit is aan mensen bruist het leven. Een roodharige dame danst fel met haar gekleurde laarzen. Aan de overkant van de dansvloer staat nog iemand naar haar te kijken. Ze heeft hoge jukbeenderen, een spitse kin en een smal mondje dat felrood is gestift. Ze ziet dat ik naar haar kijk en kijkt terug op een manier die ik niet anders kan beschrijven als nieuwsgierig.
Het is me nog niet gelukt op iemand af te stappen. Het is als bij een loterij: als je niet meedoet win je ook nooit de hoofdprijs. Voordat mijn verstand kans heeft in te grijpen, loop ik naar haar toe. De drank brengt meer beweging in mijn lijf dan dat ik staand aan de bar had kunnen vermoeden. Ik vraag naar haar naam. Ze heet Annelies. ‘Wat zou je doen met twintig miljoen?’ vraag ik en vanuit mijn hart bloeit hoop op: dit zou zomaar de eerste herinnering kunnen zijn van een prachtige nieuwe reeks.
Dit is een schaduwblog van ‘Wat zou je doen met €200 miljoen?’ van Annelies Heinen