Nina opent de achterdeur en stapt in haar tuin. Wat is het heerlijk buiten, anders dan in Italië, maar ze was wel weer klaar met pasta, toeterende scooters en “Ciao Bella’s”. Dat je zo moe kunt worden van een vakantie; maar het was mooi. Het Colosseum, het Pantheon, wat een rijkdom, maar het mooiste vond ze Lees verder
‘Zullen we er maar weer eens uitgaan. Ik heb genoeg gebubbeld.’
‘Goed.’
‘Zal ik even je badjas voor je pakken?’
‘Nee joh. Ik ben niet zo preuts. Iedereen loopt hier toch naakt.’ Lees verder
Er werd die dag tweemaal aangebeld. De eerste keer scheen er fel licht door het raam van de voordeur. We werden totaal overrompeld door de cameraman en de uitbundige presentator die ons kwam vertellen dat we een geldbedrag hadden gewonnen. Twintig miljoen. Het voelde alsof ik meespeelde in een soap, een absurde sketch. Lees verder
Het is al een tijdje mijn hobby: ergens ongezien logeren. Gewoon een huis binnensluipen als niemand oplet. Ik verstop me in een hoek en blijf daar zitten. Even kijken of iemand opmerkzaam is. Gek hoe mensen je over het hoofd zien, wanneer ze niet naar je op zoek zijn. Inbrekers maken herrie, die worden gezocht. Ik blijf heel stil en als ze niet weten dat je er bent, val je gewoon niet op. Lees verder
Bianca ligt op bed. Ze komt al een week haar kamer niet uit. Na het maken van foto’s van haar been en een scan van haar hoofd, was gebleken dat ze lichamelijk niet veel mankeerde. ‘Dat been blijft nog wel even pijn doen. Ik zou voorlopig rust houden,’ adviseerde de arts. Een jonge kerel. Bianca had haar twijfels of hij wel wist waarover hij het had.
Het psychologisch onderzoek had nog het meest van haar gevergd. Blijkbaar was het niet normaal om klimmend langs de balustrade naar het balkon van de buurvrouw te gaan. Lees verder
‘Ik heb hier iets,’ zeg ik.
‘Wat dan?’ vraagt de verkering.
Ik geef hem een bakje met stukjes.
‘Daar heb ik geen zin in.’
‘Maar dit is erg lekker en heel gezond.’
Hij trekt een citroensmoel. Lees verder
De Zwarte Pieten stapten uit de auto en als laatste was daar de Sint, die uitstapte met de plat gevouwen mijter in zijn hand. Ze hadden al drie adresjes achter de rug. Een huisbezoek en twee buurtverenigingen. Dan kom je wel op het punt dat je wil smijten met pepernoten naar al die rotkinderen. Lees verder
Mijn lief is een prinses, althans, zo doet haar blog vermoeden. Ik verdenk haar ervan dat ze in werkelijkheid veel minder braaf is. Want een prinses moet braaf zijn. Het meest brave aan mijn vriendin is haar hang naar roze. Roze, daar kan ik nog mee leven. Want roze is een kleur. Kleuren slaan je niet, kleuren doen geen pijn en roze smaakt naar niets. Althans. Dat dacht ik. Lees verder