Krullen
Rondom mij staan overwegend moeders op hun kind te wachten. Is de geur van bloemen afkomstig van hun parfum, of van de bloesems in de bomen die op het schoolplein staan? Ik sta met mijn bovenbenen tegen de rand van het muurtje waaruit spijlen lijken te groeien en knijp in het metaal dat vochtig en warm is geworden onder mijn gloeiende handen. De rode bakstenen van de gevel lichten op in de voorjaarszon. Wat doe ik hier, in deze stad waar ik al jaren niet ben geweest? Mijn vrouw weet niet dat ik hier ben; zij is thuis bij onze kleuter en denkt dat ik op kantoor zit.
Ik denk terug aan het survivalweekend van twaalf jaar geleden. Daar leerde ik Carolien kennen, een collega die werkte op het hoofdkantoor, waar ik nooit hoefde te zijn. Ze was levendig, vrolijk en had een onstuimige bos blonde krullen die me aan Janis Joplin deed denken. Als enige vrouw zorgde ze voor een hoop bekijks in het tienkoppige gezelschap dat zich voor dat weekend had aangemeld. Omdat ik niet zoveel heb met macho gedrag trok ik met haar op; terwijl iedereen poogde indruk op haar te maken op de survivalbaan, verhaalde ze over de ruige levensstijl die ze na tien jaar onlangs had afgezworen.
Die avond was er een barbecue met veel drank. Terwijl mijn collega’s zich bezorgd over een dronken vakbroeder bogen, gleed de tong van Carolien mijn mond binnen. Ik herinner me de zoete smaak van kersen, afkomstig van de kauwgom waarop ze de hele dag kauwde. Ik harkte met mijn vingers door haar krullen. We werden opgemerkt; ik hoorde de mannen fluiten en wilde omkijken, maar ze trok me terug naar haar vochtige, gulzige mond.
Het duurde een maand. Elk weekend zocht ik haar op in Utrecht. Ze leerde me dat je zout moet gooien op de steen van het gourmetstel; dat de tafel er gezellig uit ziet met verschillende soorten borden en bestek; dat je schoon bent als je een badhanddoek gebruikt en dat je milieubewust bezig bent als je een badhanddoek meer dan eenmaal inzet; dat je geen nachthemd hoeft te dragen als je naast een naakte vrouw in bed ligt. Carolien leerde me wat een vrouwenlichaam van me verlangt in bed. We maakten vlekken in het beddengoed, waarna ik warm en soezerig in slaap viel tegen haar romige lijf. Totdat ze me abrupt belde om te zeggen dat het over was.
Het ritselen van bladeren hoog boven me wordt bruut overstemd door de zoemer van school. Kinderen rennen naar buiten. Als bij een echo wordt hun enthousiast gegil beantwoord door gekir van moeders. Ik zie haar eerder dan dat zij mij ziet. Ik zwaai en voel mijn wangen gloeien. Ik ben verlegen, als een klein kind. Ze glimlacht en holt naar me toe. Zondag ontving ik haar berichtje via Hyves: of ik haar moeder kende? Op haar profielfoto droeg ze een paardenstaart, nu draagt ze het vele haar los. Ze heeft een weelderige bos bruine krullen.