In de Carwash
“Het lijkt wel de Efteling,” zei de jongste vanaf de achterbank, terwijl onze auto door de wasstraat van Carwash Rijen werd getrokken. Zwabbers flatsten tegen de ramen, overal zat schuim en daarachter kleurde de wereld dan weer blauw en dan weer roze. In de auto begon het ondertussen steeds lekkerder te ruiken. Ik zag de overeenkomst wel met de Droomvlucht en om dat gevoel nog wat te versterken duwde ik de CD met Eftelingmuziek in onze autoradio. Wat een attractie! En het mooiste? Er zat nog een ieniemini vies plekje op de auto, dus toen we eruit kwamen werd mijn vrouw terug naar de ingang verwezen. We mochten helemaal gratis nog een keer!
Vogelpoep
Al jaren geven onze kinderen niks meer om het wassen van de auto. Toen het kleintjes waren kwamen ze enthousiast helpen zodra ik riep dat ik de auto ging wassen. De laatste jaren stond ik daar altijd alleen de vogelpoep van de lak te krabben. Maar nu hebben we een carwash en zodra de kindjes een poepje zien vragen ze of we weer een keertje naar de carwash kunnen. Dan vraag ik aan mijn vrouw of zij ons daarheen wil rijden. En meestal antwoordt ze dat ze geen tijd heeft en gaan we niet. “Maar jij kunt toch ook gewoon rijden?” vroeg de jongste laatst. “Ik kan prima rijden. Maar ik ga niet naar de wasstraat,” zei ik. “Waarom niet?” Ik besloot gewoon heel eerlijk te zijn: “Ik durf niet.”
Zenuwen
Ik krijg de zenuwen van die wasstraat. Bij de ingang staat een groot bord met veel te veel aanwijzingen. Voordat je erin rijdt moet de antenne eraf. Hoe moet dat ook alweer? Sta je daar te prutsen met drie wachtende vieze auto’s achter je. Na het afrekenen komt het spannendste: je linkerwiel moet precies in een onzichtbare goot met de automaat op neutraal. Bij mij gaan dat soort dingen geheid mis en dan bots ik tegen de auto voor ons en mooi dat daar geen goedkoop Opel Kadetje uit 1990 wordt gewassen. Dat is altijd een dikke BMW die nog glanzend in de lak zit. Ik laat mooi mijn vrouw rijden als de auto gewassen moet worden. Maar onze jongste dacht daar anders over: “Papa, dat kun jij vast ook prima. Echt!”
Hordeloop
Tegen beter weten in laat ik me overhalen. Gesterkt door het vertrouwen van mijn kind rijd ik naar de carwash. Daar stuur ik het linkerwiel van onze Prius de goot in. Ik laat het gaspedaal los, begint dat ding te rijden. Meteen remmen. Geklop op mijn raam. Een medewerker probeert mij duidelijk te maken dat hij in ‘N’ moet van neutral. “Staat ‘ie in,” zeg ik tegen een dicht raam, dus dat raam open. “Rem loslaten,” zegt die man. Doe ik. Gelijk een schok door die auto heen en mijn hartslag op standje 100 meter hordeloop. Zit ik tegen die BMW aangeplakt? Nee, het is de gleuf die me de wasstraat intrekt. “Raam dicht,” roept die man nog en terwijl ik naar het knopje zoek spuit een schuimstraal als de brandweer recht de auto in. Vol in mijn gezicht. Ik ben zeiknat.
“Net de Efteling,” zeg ik chagrijnig. “Ja,” grinnikt de puber achterin. “De piraña.”
Fotocredits: Pexels
Hahahahahahaa, geweldig!
Ik heb ooit ook zeiknat in een wasstraat gestaan. Had mijn ex het dakraam niet goed dicht gedaan. *Schiet weer in de lach* Huilende baby op de achterbank, terwijl hij niet nat was, sjagrijnige man naast me en ik brullen van het lachen.
Maar ik rij ook echt de wasstraat niet in.. brrrrr